
Kamerlid

Cafetariaplan: hoog tijd voor een wettelijk kader
Uit een studie van HR-specialist Securex blijkt dat 71 procent van de werknemers zijn loonpakket flexibel wil kunnen samenstellen op basis van de eigen behoeften. “Het is dan ook de hoogste tijd voor een wettelijk kader voor een volwaardig cafetariaplan”, vindt Kamerlid Wim Van der Donckt. Het huidige kader en de bestaande afspraken tussen werkgevers en werknemers in de paritaire comités staan die flexibiliteit nu nog vaak in de weg.
Momenteel is er voor elk extralegaal voordeel een eigen wettelijk kader, met bijna steeds een verschillend fiscaal en RSZ-regime. De werknemer heeft daarbij slechts een beperkte keuzevrijheid. “Bovendien zijn sommige van die voordelen wettelijk gedefinieerd als collectief of niet opzegbaar, wat ingaat tegen de individuele keuzevrijheid van de werknemer”, merkt Van der Donckt op.
Extralegaal budget per werknemer
De N-VA stelt voor om de meer dan tachtig extralegale voordelen te bundelen in een soort van extralegaal budget per werknemer, met een transparant fiscaal en RSZ-regime. Voor de opname van dat individuele budget kan de werknemer vrij en autonoom kiezen uit een aantal voordelen en die keuze bijvoorbeeld ook periodiek wijzigen. “Oudere werknemers kunnen andere behoeften hebben dan jongere”, aldus Van der Donckt. De werkgever bepaalt de grootte van het budget en ook welke extralegale voordelen hij precies aanbiedt.
“Met dat wettelijke kader willen we eenheid, eenvoud en transparantie scheppen in de chaos aan extralegale voordelen”, besluit Van der Donckt. “Het is aantrekkelijker voor zowel werkgever als werknemer, én het laat de overheid ook toe om een gerichter beleid te voeren, bijvoorbeeld inzake mobiliteit. Bovendien kan je de problemen met bijvoorbeeld het omzetten van eco- of maaltijdcheques in een vergoeding structureel oplossen, zonder een juridisch probleem te veroorzaken omwille van de ongelijke behandeling.”
