Verouderd en onveilig

Naast het digitale probleem zijn er ook veiligheidsrisico’s. Na tien jaar kan niet meer worden gegarandeerd dat de chip in de kaart nog voldoet aan de huidige veiligheidsnormen. Europese regels schrijven bovendien voor dat zulke chips om de vijf jaar opnieuw gecertificeerd moeten worden. Bij oudere kaarten is dat technisch niet haalbaar. “Door deze uitzondering voldoen de 30-jarige eID’s niet langer aan de Europese veiligheids- en interoperabiliteitsnormen,” legt Van der Donckt uit. “Dat kan zelfs problemen opleveren bij grenscontroles.”

Daarom zal de overheid ook stoppen met het uitreiken van eID’s met een geldigheid van 30 jaar. In de toekomst krijgen alle Belgen vanaf 12 jaar dezelfde geldigheidsduur: tien jaar. “Zo blijft de identiteitskaart veilig, betrouwbaar en volledig bruikbaar, zowel online als offline,” zegt Van der Donckt.

Geen extra last voor senioren

75-plussers die zich moeilijk naar een gemeentehuis kunnen verplaatsen om hun kaart te vernieuwen, moeten zich geen zorgen maken door de komst van de mobiele kit, een mobiel loket Burgerzaken. Daarmee kunnen identiteitskaart aan huis of ter plaatse worden aangevraagd en afgeleverd.

Dat zulke vervangingen vandaag al gebeuren, blijkt ook uit cijfers die Van der Donckt opvroeg bij minister van Binnenlandse Zaken Bernard Quintin: vorig jaar lieten 1.430 senioren zélf hun eID vervangen. “Deze wetswijziging zorgt ervoor dat onze identiteitskaart mee blijft met de tijd,” besluit Van der Donckt. “Ze verhoogt de veiligheid, maakt digitale dienstverlening toegankelijker en voorkomt dat een groeiende groep burgers wordt uitgesloten. Want we willen burgers net stimuleren om digitaal actief te blijven, in plaats van hen af te stoten met extra drempels.”