Meer gezonde ondernemingen en verenigingen dankzij nieuwe spelregels

“Een gezond ondernemingslandschap is essentieel voor een gezonde economie.” Kamerleden Wim Van der Donckt en Goedele Uyttersprot reageren tevreden op het nieuwe wetboek van vennootschappen en verenigingen. Het aantal vennootschapsvormen wordt teruggebracht naar vier, vzw’s zullen winst mogen maken en vennootschappen kunnen voortaan kiezen onder welk vennootschapsrecht ze functioneren.

Vier vennootschapsvormen

De hervorming werkt drempels en grendels om te ondernemen weg. Het aantal vennootschapsvormen wordt van de 17 bestaande vennootschapsvormen herleid tot vier basisvormen. “Nu wordt de besloten vennootschap (BV) een veel flexibelere vennootschapsvorm. Voortaan zal ook één persoon een NV of BV kunnen oprichten, en zijn er slechts twee oprichters nodig voor een vzw”, zegt Wim Van der Donckt.

Vzw’s met winst

Bovendien zullen ook verenigingen alle economische activiteiten kunnen uitvoeren. “Er zal niet meer moeten nagegaan worden of vzw’s inderdaad geen winstoogmerk hebben. Vzw’s mogen voortaan ook winst maken, alleen mogen ze die niet uitkeren aan de leden”, zegt Goedele Uyttersprot.

Internationaal vertrouwen

Dat vennootschappen in hun statuten vrij kunnen kiezen onder welk vennootschapsrecht ze werken, komt volgens de Kamerleden het vertrouwen van internationale ondernemingen ten goede. “Voor faillissementen blijft wel de plaats van de werkelijke zetel doorslaggevend om te bepalen welk rechtsstelsel van toepassing is”, verduidelijk Kamerlid Uyttersprot.

Vereffening en ontbinding

Tot slot worden ook de regels rond vereffening en ontbinding grondig herschreven. “De procedures worden versoepeld indien er géén openstaande schulden of enkel schulden tegenover de aandeelhouders zijn. Er is ook in bijkomende waarborgen voorzien voor de schuldeisers. Wanneer er na de sluiting van de vereffening nog activa opduiken zal de vereffening heropend kunnen worden”, zegt Kamerlid Van der Donckt.

De conclusie van beide Kamerleden is dan ook positief: “Méér gezonde ondernemingen, doorstartkansen voor ondernemingen in moeilijkheden, een tweede kans voor de falende ondernemers die dat verdienen, een opkuis van ongezonde of slapende ondernemingen,... Daar heeft deze regering ernstig werk van gemaakt.”